Wat doe ik bij

Pensionering

Voor de pensioenaanvraag kun je dit formulier gebruiken. Heb je behoefte aan persoonlijke begeleiding? Neem dan contact op en vraag om een persoonlijk gesprek.

Het pensioen moet drie maanden voor de gewenste ingangsdatum aangevraagd worden. Je ontvangt vanuit het pensioenfonds zes maanden voor de AOW-leeftijd een aanvraagformulier om je eraan te herinneren dat je het pensioen zelf moet aanvragen als je het in wilt laten gaan. Dit aanvraagformulier ziet er iets anders uit dan het formulier op deze website. Als je nog in dienst bent vragen we het formulier op de website te gebruiken. Ben je inmiddels niet meer werkzaam bij Thales, dan kun je het thuis ontvangen formulier gebruiken.

Een volgend moment waarop je weer een aanvraagformulier ontvangt is zes maanden voor de pensioenrichtleeftijd (68 jaar).
Het pensioen kan ingaan tussen 55 jaar en vijf jaar na je AOW-datum.

Het pensioen gaat altijd op de eerste van de maand in.

Indien er wordt gekozen voor een aanpassing van het partnerpensioen, dan moet de partner hiervoor tekenen en de handtekening van de partner dient gelegaliseerd te worden. Dat betekent dat de partner het formulier moet tekenen in het bijzijn van een ambtenaar of notaris. Je kunt daarvoor een afspraak maken in het gemeentehuis of bij een notaris.

Als je het pensioenaanvraagformulier inlevert bij HR Pensioenzaken, zorgen zij ervoor dat je op het moment  van pensioneren uit dienst gemeld wordt. De eindafrekening van Thales volgt dan zo’n zes weken later.

Het is de bedoeling dat alle vrije dagen op zijn op het moment dat het pensioen ingaat.

Arbeidsongeschiktheid
Het is vervelend om door ziekte of arbeidsongeschiktheid niet meer te kunnen werken. Gelukkig zijn er door de Nederlandse overheid en Pensioenfonds Thales Nederland voorzieningen getroffen om ervoor te zorgen dat u toch verzekerd bent van een maandelijks inkomen.

Hier worden de verschillende voorzieningen kort toegelicht. Eerst wordt stilgestaan bij de uitkering vanuit de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Daarna wordt ingegaan op de voorzieningen vanuit Pensioenfonds Thales Nederland.

De WIA is, net als de AOW en Anw, een stukje voorziening vanuit de overheid. In dit geval een verzekering die werknemers een inkomen garandeert als zij arbeidsongeschikt zijn geworden.

Werknemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden ontvangen een uitkering vanuit de Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO). Werknemers die op of ná 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen een uitkering ontvangen vanuit de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).

In de WIA is vastgelegd dat de werkgever verplicht is de eerste twee jaar uw inkomen door te betalen. Na deze twee jaar vervangt de WIA een deel van het inkomen dat u mist doordat u (door arbeidsongeschiktheid) minder kunt verdienen dan vroeger.

Let wel: u krijgt pas een WIA-uitkering als uw loonverlies minstens 35% is. De hoogte van de door u te ontvangen uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid is afhankelijk van het vastgestelde percentage van arbeidsongeschiktheid. Een arts beoordeelt of u geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent. Meer informatie over de WIA vindt u op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.rijksoverheid.nl).

Indien u volgens de WIA arbeidsongeschikt wordt verklaard en de werkgever niet meer verplicht is om uw inkomen door te betalen, dan heeft u mogelijk recht op het WIA-excedentpensioen. Daarnaast heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw bij het Pensioenfonds.

WIA-excedentpensioen

In aanvulling op uw WIA-uitkering ontvangt u van het Pensioenfonds het WIA-exce­dentpensioen. Het WIA-excedentpensioen is een verzekering voor het geval u arbeidsongeschikt raakt, u bouwt het dus niet op. U heeft recht op het WIA-excedentpensioen indien uw pensioengevend inkomen het maximum jaarloon voor de WIA (in 2024: € 71.628) overschrijdt. Het WIA-excedentpensioen vult uw uitkering aan met 70% van het verschil tussen uw laatst verdiende salaris en het maximum jaarloon voor de WIA.

Uw totale inkomen bestaat dan uit onderstaande onderdelen:

– de WIA-uitkering;

– het WIA-excedentpensioen.

Voorbeeld: WIA-excedentpensioen

Stel:

  • U bent vanaf 22 jaar in dienst en wordt op uw 45-ste arbeidsongeschikt;
  • U bent volledig arbeidsongeschikt;
  • Uw laatst vastgestelde pensioengevend salaris is € 65.000.

Het WIA-excedentpensioen bij volledige arbeidsongeschiktheid is:

70% van uw pensioengevend salaris boven het maximum jaarloon voor de WIA:

€ 65.000 -/- € 58.307 = € 6.693

70% van € 6.693is € 4.685. Dit is de hoogte van het WIA-excedentpensioen dat u jaarlijks bruto ontvangt.   

Hoe lang heb ik recht op het WIA-excedentpensioen?

Uw WIA-excedentpensioen eindigt wanneer:

  • u AOW gerechtigd wordt, tenzij uw WIA-excedentpensioen is ingegaan vóór 1-1-2015 dan eindigt uw WIA-excedentpensioen als u 65 jaar wordt;
  • u minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt;
  • niet meer aan de gestelde voorwaarden voldoet.

Toeslagverlening

Nadat uw WIA-excedentpensioen is ingegaan, wordt het bruto bedrag verhoogd met een bepaalde toeslag indien de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Als uitgangspunt wordt hier de prijsontwikkeling genomen. Meer informatie over het toeslagenbeleid vindt u hier.

Premievrije voortzetting pensioenopbouw

Als u volgens de WIA arbeidsongeschikt bent dan gaat de opbouw van uw pensioen (gedeeltelijk) door. Dit geldt alleen als uw werkgever uw inkomen niet meer doorbetaalt. Tot uw pensioenleeftijd blijft u namelijk pensioen opbouwen zonder dat u daarvoor premie hoeft te betalen. We noemen dit premievrije voortzetting.

De voorwaarden voor de premievrije voortzetting zijn:

  • u heeft recht op een WIA-uitkering of een WIA-aanvulling.

De premievrije voortzetting betreft de pensioenopbouw voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Hoe groot het deel van de premievrije voortzetting is, is afhankelijk van de hoogte van uw arbeidsongeschiktheidpercentage. Als u voor 80% of meer arbeidsongeschikt bent, heeft u recht op premievrije voortzetting van 70%. Als u gedeeltelijk (minder dan 80%) arbeidsongeschikt bent, dan geldt voor u een ander percentage. In onderstaande tabel is dit aangegeven.

Mate van arbeidsongeschiktheid Percentage voortzetting
80% tot 100% 70%
65% tot 80% 50,75%
55% tot 65% 42%
45% tot 55% 35%
35% tot 45% 28%
< 35% 0%

Zoals u in bovenstaande tabel ziet, is het mogelijk dat door daling van het percentage van arbeidsongeschiktheid een lager of helemaal geen recht meer bestaat op (gedeeltelijke) premievrije voortzetting van pensioenopbouw. Als dat gebeurt, gaat u met ingang van de volgende maand minder premievrij opbouwen.

Het pensioengevend salaris waarop de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is gebaseerd zal jaarlijks per 1 januari, indien de financiële positie van Pensioenfonds Thales het toelaat, worden aangepast aan de collectieve loonontwikkeling in de bedrijfstak in het voorafgaande jaar.

Moet ik mij aanmelden voor de premievrije voortzetting?

Als u arbeidsongeschikt bent verklaard dan ontvangt u hiervan een verklaring van het UWV. Het Pensioenfonds ontvangt hierover automatisch bericht van het UWV. U hoeft dus zelf niets te doen. Op basis van uw arbeidsongeschiktheidspercentage wordt bekeken of u recht heeft op premievrije voortzetting van uw pensioenopbouw.

Moet ik zelf wijzigingen doorgeven?

U bent verplicht aan het Pensioenfonds wijzigingen van het arbeidsongeschiktheidsper­centage door te geven. Het WIA-excedentpensioen en de premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid worden dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van wijziging herzien.

Hoe lang heb ik recht op de premievrije voortzetting?

De premievrije voortzetting van uw deelnemerschap eindigt op de volgende momenten:

  • u gaat met pensioen (echter uiterlijk op AOW gerechtigde leeftijd);
  • u wordt minder dan 35% arbeidsongeschikt;
  • u neemt verplicht deel aan een andere pensioenregeling;
  • u ontvangt geen loongerelateerde uitkering meer;
  • u voldoet niet meer aan de gestelde voorwaarden.

Verandering van werk

Heeft u bij uw vorige werkgever pensioen opgebouwd en komt u bij Thales Nederland werken, dan verandert u niet alleen van werkgever, maar ook van pensioenregeling.

Door beëindiging van deelnemerschap aan de pensioenregeling van uw vorige werkgever, stopt de pensioenopbouw bij uw oude pensioenuitvoerder en krijgt u daar een premievrije aanspraak op pensioen. Vanaf de datum dat u in dienst treedt bij Thales treedt u toe tot onze pensioenregeling en begint u vanaf de datum van toetreding weer opnieuw pensioen op te bouwen.

Door middel van waardeoverdracht kunt u regelen dat uw pensioenaanspraken bij één en dezelfde pensioenuitvoerder worden ondergebracht. Dit is overzichtelijk en zorgt voor één uitbetalende pensioeninstelling.

Hoe vraagt u waardeoverdracht aan indien u bij Thales Nederland in dienst komt?

Als u uw pensioen dat u heeft opgebouwd bij uw vorige werkgever wilt overdragen, kunt u bij Pensioenfonds Thales Nederland een verzoek tot waardeoverdracht indienen. Op dat moment zal de procedure tot waardeoverdracht in gang worden gezet. Pensioenfonds Thales Nederland vraagt een opgave op van uw opgebouwde pensioenaanspraken bij de oude pensioenuitvoerder. Aan de hand daarvan zal Pensioenfonds Thales Nederland u een offerte voor de waardeoverdracht toesturen. Als u hiermee akkoord gaat, wordt de waardeoverdracht afgerond. De procedure van waardeoverdracht zal ongeveer een jaar in beslag nemen.

Voor 2015 was de situatie dat indien u niet binnen zes maanden na indiensttreding een verzoek tot waardeoverdracht doet, het wettelijk recht op waardeoverdracht kwam te vervallen. Vanaf 2015 is dat niet meer het geval en is de termijn van zes maanden vervallen.

Hoe vraagt u waardeoverdacht aan indien bij Thales Nederland uit dienst gaat?

Als u een nieuwe baan heeft, stopt de pensioenopbouw bij Pensioenfonds Thales Nederland . Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, wordt u deelnemer aan die pensioenregeling. U kunt er dan voor kiezen om het pensioen dat u heeft opgebouwd bij Thales over te dragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Dit regelt u met uw nieuwe werkgever/ pensioenuitvoerder. U krijgt hier dan pensioenaanspraken voor in de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Door deze waardeoverdracht heeft u geen recht meer op pensioen van het Pensioenfonds Thales Nederland.

Automatische waardeoverdracht

Is uw opgebouwd pensioen bij Stichting Pensioenfonds Thales Nederland lager dan € 503,24 (2021) en hoger dan € 2,- per jaar dan zorgen wij er automatisch voor dat uw pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. Stichting Pensioenfonds Thales Nederland checkt daarom jaarlijks bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder dan blijft uw pensioen bij Stichting Pensioenfonds Thales Nederland.

Vindt er waardeoverdracht plaats als er een dekkingstekort is?

Nee, indien er sprake is van een dekkingstekort zijn wij genoodzaakt de behandeling van verzoeken om waardeoverdracht tijdelijk stop te zetten. Het is wettelijk niet toegestaan om pensioenen over te dragen op het moment dat de dekkingsgraad van een pensioenfonds onder de 100% is gekomen. Dit geldt voor zowel inkomende als uitgaande waardeoverdrachten.

Indien u waardeoverdracht overweegt kunt u wel een offerte aanvragen. U wordt dan geïnformeerd zodra uw verzoek weer in behandeling kan worden genomen.

Werkloosheid

Als u werkloos raakt veranderen er ook zaken omtrent uw pensioen.

Uw deelnemerschap van Pensioenfonds Thales Nederland

Wanneer uw dienstverband met Thales eindigt, stopt ook automatisch uw deelnemerschap van Pensioenfonds Thales Nederland. Met andere woorden: u bouwt vanaf dat moment geen pensioen meer op boven op het reeds opgebouwde pensioen. Als u bij een andere werkgever in dienst treedt, is de kans groot dat u daar ook een pensioenregeling heeft, waar u pensioen op gaat bouwen.

Wat gebeurt er met uw opgebouwde pensioen?

Tijdens uw dienstverband met Thales bent u deelnemer geweest van het Pensioenfonds en heeft u pensioen opgebouwd. U krijgt bij uitdiensttreding een zogenoemde ‘premievrije polis’. Dat is een opgave van de hoogte van het pensioen, ook wel pensioenaanspraken genoemd, dat u tot aan het einde van uw dienstverband met Thales heeft opgebouwd. Deze opgebouwde aanspraken blijven van u en worden bij uw pensioeningangsdatum aan u uitgekeerd.

Premievrij betekent dat geen premies meer betaald hoeven te worden. Daarnaast vindt er geen opbouw meer plaats van pensioen.

De pensioenaanspraken op uw premievrije polis worden vastgesteld op basis van het pensioenreglement dat van toepassing is op het moment dat u uit dienst treedt. De regels en voorwaarden die voor u gelden, staan beschreven in dit reglement. Ook de pensioenrichtleeftijd blijft voor u gelden. Wel kunt u weer kiezen voor een eerdere of latere pensioendatum.

Wanneer Pensioenfonds Thales Nederland na uw uitdiensttreding een nieuw pensioenreglement uitbrengt, is dit niet voor u van toepassing. Een uitzondering is als expliciet in het nieuwe reglement vermeld wordt dat een bepaald artikel ook van toepassing is voor premievrije polishouders.

De pensioensoorten die u terugvindt op uw premievrije polis zijn:

• het opgebouwde ouderdomspensioen;

• het opgebouwde partnerpensioen;

• het opgebouwde wezenpensioen.

De bruto pensioenbedragen op uw premievrije polis worden jaarlijks verhoogd met een bepaalde toeslag indien de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Als uitgangspunt wordt hier de prijsontwikkeling genomen. Meer informatie over het toeslagenbeleid vindt u hier >>>.

Indien uw dienstverband met Thales wordt beëindigd, bestaat er de mogelijkheid om uw pensioenopbouw bij Pensioenfonds Thales Nederland voor eigen rekening voort te zetten.

Indien u ervoor kiest om uw deelnemerschap vrijwillig voort te zetten, bouwt u ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen op.

Voor de voortzetting van uw pensioen wordt gekeken naar uw laatst vastgestelde pensioengevend salaris en uw pensioengrondslag. Vervolgens wordt per 1 januari van ieder jaar het pensioengevend salaris verhoogd op basis van de loonindex. De pensioengrondslag wordt aangepast op basis van de franchise.

Als u uw pensioen wilt voortzetten, zijn er twee situaties te onderscheiden:

  • er is sprake van een WW-uitkering;
  • er is geen sprake van een WW-uitkering.

U kunt uw deelnemerschap voortzetten gedurende ten hoogste de tijd dat u een loongerelateerde WW-uitkering ontvangt, maar niet langer dan 3 jaar. Na afloop van deze voortzettingsperiode is geen voortzetting voor eigen rekening meer mogelijk. De premie die u betaalt voor de voortzetting is 70% van de premie die u zou betalen als u in dienst was gebleven. Ook de pensioenopbouw is over de periode van voortzetting lager, namelijk 70% van de pensioenopbouw indien u in dienst was gebleven. Soms komt de genoemde premie slechts gedeeltelijk voor uw rekening. Download het formulier hier >> .

U kunt pensioen volledig blijven opbouwen bij het Thales Pensioenfonds voor maximaal 3 jaar. Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden

  • de pensioenregeling wordt ongewijzigd voortgezet;
  • u betaalt de de totale premie (zowel het werkgevers- als het werknemersdeel);
  • u mag geen pensioen opbouwen in een andere pensioenregeling bij een eventuele nieuwe werkgever;
  • de voortzetting mag niet plaatsvinden binnen de periode van 3 jaar voorafgaand aan de datum dat u de leeftijd van 68 jaar bereikt. Tenzij er sprake is van ontslag om medische redenen.

Als u kunt aantonen dat u voor uzelf bent begonnen, dan kunt u tot maximaal tien jaar vrijwllig pensioen blijven opbouwen. Ook dan geldt dat u de totale premie (zowel het werkgevers- als het werknemersdeel) zelf betaalt.

U moet uw vrijwillige voortzetting binnen één jaar na uw uitdiensttreding bij ons aanvragen. Hiervoor kunt u gebruik te maken van bijgaand formulier.

Verhuizen

Als u gaat verhuizen, geeft u de adreswijziging door aan de personeelsadministratie van Thales. Uiteindelijk komt de adreswijziging ook bij het Pensioenfonds. Doordat er enige tijd over heen gaat voordat de wijziging in de administratie is opgenomen, kan het voorkomen dat er nog post van het Pensioenfonds naar uw oude adres wordt gestuurd.

Als u niet meer bij Thales werkt, worden verhuizingen via de Gemeentelijke Basis Administratie doorgegeven aan het pensioenfonds. Op die manier zijn we in staat u te vinden als we uw pensioen gaan uitbetalen.

Indien u verhuist naar het buitenland, dan dient u dit te melden aan uw Pensioenfonds. Neem contact op met het Pensioenfonds.

Trouwen, samenwonen of een geregistreerd partnerschap

Bent u gehuwd of een wettelijk geregistreerd partnerschap aangegaan, dan houdt de gemeente ons automatisch op de hoogte van uw huwelijkse gegevens, althans indien u in Nederland woont. Op een volgend overzicht dat u van het pensioenfonds ontvangt zal dan staan dat u ‘gehuwd’ bent.

Als dit niet het geval is kunt u dat melden bij het pensioenfonds.

Samenwonen
In de Pensioenwet staat dat vanaf 1 januari 2007 ook samenwonende partners recht hebben op partnerpensioen. Hieraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. U dient een kopie van de samenlevingsovereenkomst op te sturen. Hieruit moet blijken dat u ten minste een half jaar een gezamenlijke huishouding voert en dat u uw partner heeft opgegeven als begunstigde voor het partnerpensioen.

Uw partner dient geregistreerd te worden bij het Fonds middels dit registratieformulier.

Als u besluit uit elkaar te gaan, heeft uw partner recht op bijzonder partnerpensioen. Zie hiervoor ook het artikel over scheiden.

Moet ik mijn kinderen aanmelden bij het Pensioenfonds?

Als er een kind wordt geboren, geeft u dat door aan de personeelsadministratie. U hoeft dat niet apart door te geven aan het pensioenfonds.

Scheiden of het samenwonen of geregistreerd partnerschap beëindigen

Wanneer u en uw partner onverhoopt uit elkaar gaan, dan heeft dat een aantal gevolgen voor uw pensioen. In dit hoofdstuk gaan we in op deze gevolgen.

Om te weten wat de gevolgen van scheiden voor uw pensioen zijn, is het van belang te weten wat precies onder ‘scheiden’ wordt verstaan:

• Het einde van het huwelijk door echtscheiding;

• Scheiding van tafel en bed;

• Het beëindigen van een geregistreerd partnerschap.

In al deze gevallen zullen wij spreken van de ex-partner. En in al deze gevallen zullen wij spreken over het einde van de relatie. Ongehuwd samenwonen is iets anders dan een geregistreerd partnerschap. Het is namelijk geen wettelijk erkende samenlevingsvorm. Daarom verstaan we onder scheiden niet het beëindigen van een relatie van ongehuwd samenwonenden. Echter daar waar de pensioengevolgen onder voorwaarden ook kunnen gelden voor het verbreken van een relatie van ongehuwd samenwonenden, is dat expliciet vermeld in onderstaande tekst.

Als uw relatie wordt beëindigd, wordt gekeken naar het pensioen dat u heeft opgebouwd tijdens uw relatie. Het ouderdomspensioen wordt in principe verdeeld tussen u en uw ex-partner. Het opgebouwde partnerpensioen valt in principe geheel aan uw ex-partner toe.

Ouderdomspensioen

Per 1 mei 1995 is de ‘Wet Verevening van Pensioenrechten bij Scheiding’ (WVPS) in werking getreden, die geldt voor scheidingen na 30 april 1995. In deze wet is de standaard verdeling van het pensioen (pensioenverevening) geregeld. Het komt er op neer dat het tijdens de relatie opgebouwde ouderdomspensioen gelijk (ieder 50%) wordt verdeeld tussen u en uw ex-partner.

Het ouderdomspensioen dat is opgebouwd voordat de relatie bestond, wordt niet verdeeld.

Het deel van het ouderdomspensioen waar uw ex-partner recht op heeft (we noemen dit het ‘verevende deel’), wordt door het Pensioenfonds aan uw ex-partner uitgekeerd vanaf het moment dat u ouderdomspensioen gaat ontvangen.

Indien u (of uw ex-partner) ervoor kiest om het ouderdomspensioen te verevenen via het Pensioenfonds, dan moet u binnen 2 jaar na inschrijving van de echtscheiding een ingevuld formulier ‘mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen’ naar het Pensioenfonds sturen.

U kunt dit formulier aanvragen bij Postbus 51 via telefoonnummer  0800 – 8051 of hier downloaden.

Nadat u het verzoek heeft ingediend, wordt het pensioen verdeeld. Zowel u als uw ex-partner ontvangt een overzicht van de hoogte van het verevende pensioen.

Wat gebeurt er als iemand overlijdt na beëindiging van de relatie?

Overlijdt uw ex-partner eerder dan u, dan wordt het verevende deel van het pensioen weer aan u uitgekeerd. Wanneer u eerder dan uw ex-partner overlijdt, dan vervalt het verevende deel van het ouderdomspensioen voor uw ex-partner. Uw ex-partner heeft dan alleen nog recht op het bijzonder partnerpensioen. Meer hierover leest u in de volgende paragraaf.

De Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding is vanaf 1 mei 1995 van kracht geworden. Bent u al vóór deze datum gescheiden, dan zijn andere bepalingen voor u van toepassing. Informeer hiernaar bij het Pensioenfonds of haal de brochure ‘Verdeling van Ouderdomspensioen bij Scheiding’ van het Ministerie van Justitie. Deze is verkrijgbaar bij postkantoor, bibliotheek en bij het Pensioenfonds.

Geldt deze wet ook als ik ongehuwd samenwoon?
Deze wet geldt niet bij het verbreken van het ongehuwde samenlevingsverband, tenzij u en uw ex-partner dit wensen en dit aan het Pensioenfonds kenbaar maken. Dan zal de Wet Pensioenverevening onder voorwaarden ook bij het verbreken van het ongehuwde samenlevingsverband of de samenlevingsovereenkomst worden toegepast.

Partnerpensioen

Uw ex-partner heeft recht op het opgebouwde partnerpensioen. Dit wordt ook wel een bijzonder partnerpensioen genoemd. Het recht op bijzonder partnerpensioen is vastgelegd in de Pensioenwet. Zowel u als uw ex-partner ontvangt automatisch een overzicht van de hoogte van het bijzonder partnerpensioen.

Het partnerpensioen dat tot het moment van beëindiging van de relatie is opgebouwd wordt aan uw partner uitgekeerd. Dit betekent dus ook dat het eventuele partnerpensioen dat u heeft verworven over de periode voordat u de relatie bent aangegaan aan uw ex-partner wordt toegekend. Dit is dus anders dan bij het ouderdomspensioen, waarbij alleen wordt gekeken naar het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de relatie.

Het bijzonder partnerpensioen dat aan uw ex-partner is toegekend komt bij uw overlijden tot uitkering. Komt uw ex-partner eerder dan u te overlijden, dan vervalt het partnerpensioen. U kunt het dus niet gebruiken voor een eventuele nieuwe partner. Ook kunt u het niet gebruiken om uw ouderdomspensioen te verhogen.

Is dat ook als u ongehuwd samenwoont?

Tot 1 januari 2008 geldt dit niet bij het verbreken van het ongehuwde samenlevingsverband, tenzij u en uw ex-partner dit wensen en dit door middel van een schriftelijke verklaring, die bij het aangaan of na de beëindiging van de relatie is opgesteld, aan het Pensioenfonds kenbaar maken. Vanaf 1 januari 2008 verandert dit. Dan wordt het bijzonder partnerpensioen namelijk ook toegekend aan ongehuwd samenwonenden die de relatie beëindigen. Dit gebeurt automatisch.

Afwijkende afspraken

Uit de vorige paragrafen viel op te maken dat u, in gezamenlijk overleg met uw ex-partner, ook afwijkende afspraken kunt maken over de verdeling van uw pensioen. De afspraken dienen in de voorwaarden te zijn opgenomen voorafgaande aan het aangaan van de relatie (bijvoorbeeld de huwelijkse voorwaarden of het samenlevingsovereenkomst) of in een schriftelijke overeenkomst die bij of na beëindiging van de relatie is opgesteld.

Het pensioenfonds ontvangt graag een exemplaar van deze voorwaarden, zodat er ze ervoor kan zorgdragen dat een en ander conform afspraken uitgevoerd wordt.

Voor wat  betreft het afzien van bijzonder partner pensioen is er een aparte afstandsverklaring op te vragen bij het pensioenfonds. Dit is namelijk iets wat niet door middel van alleen maar onderlinge afspraken uitgevoerd kanl worden maar waarvoor echt de handtekening van de ex-partner op een afstandsverklaring betreffende het bijzonder nabestaandenpensioen noodzakelijk is.

Conversie

U kunt afspreken dat u en uw ex-partner beiden een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. We noemen dit conversie van het ouderdomspensioen. Door conversie verdwijnt de verbintenis tussen u beiden volledig omdat de ingangsdatum van het pensioen van uw ex-partner niet meer afhankelijk is van uw overlijden of van uw pensioendatum.

Conversie is niet mogelijk bij scheiding van tafel en bed. Bij conversie zal ook het bijzonder partnerpensioen worden betrokken. Als na conversie uw ex-partner overlijdt, betekent dit dat het verevende ouderdomspensioen definitief komt te vervallen. Mocht u eerder komen te overlijden dan uw ex-partner, dan behoudt hij of zij het verevende ouderdomspensioen. Het bijzonder partnerpensioen is reeds door conversie komen te vervallen. Een aanvraag tot verevening dan wel conversie kunt u tot twee jaar na de scheidingsdatum bij het pensioenfonds indienen.

Overlijden

Wat gebeurt er met mijn pensioen bij overlijden?

Binnen de pensioenregeling van Thales bouwt u een partnerpensioen op. Dat houdt in dat na uw overlijden een uitkering vanuit het Pensioenfonds wordt uitbetaald aan uw eventuele partner en kinderen.

Welke financiële voorzieningen zijn er bij uw overlijden?
Bij uw overlijden heeft uw partner mogelijk aanspraak op een uitkering vanuit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Zodra uw partner AOW ontvangt, stopt de Anw-uitkering. De wettelijke Anw-uitkering is wel aan voorwaarden gebonden.

Minstens één van de drie volgende situaties moeten van toepassing zijn:

    • Uw partner is geboren vóór 1950;
    • Uw partner is zwanger of heeft een kind dat jonger is dan achttien jaar;
    • Uw partner is tenminste 3 maanden voor minimaal 45% arbeidsongeschikt.

Als uw partner eigen inkomen heeft, wordt dat inkomen (gedeeltelijk) gekort op de uitkering. Het kan zelfs zijn dat er niets wordt uitgekeerd vanwege een te hoog eigen inkomen. Het recht op een Anw-uitkering eindigt hiermee niet. Dat recht blijft namelijk gewoon doorlopen. Bij elke wijziging in het eigen inkomen van uw partner wordt de hoogte van de uitkering opnieuw vastgesteld. Een partnerpensioen en/of wezenpensioen dat is opgebouwd bij een werkgever, in uw geval bij Thales, wordt niet gekort op de Anw. Ook een uitkering uit een eventueel door uzelf afgesloten Anw-hiaatverzekering wordt niet gekort.

Voor verdere informatie over de Anw verwijzen we u naar de website van de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl), de instantie die zorgdraagt voor de uitvoering van de Algemene nabestaandenwet.

Binnen de pensioenregeling van Thales hebben uw nabestaanden boven op het inkomen vanuit de overheid recht op aanvullend pensioen in de vorm van een partner- en wezenpensioen.

De pensioenregeling van Thales zorgt niet alleen voor een inkomen voor als u straks stopt met werken en met pensioen gaat. De pensioenregeling kent ook een voorziening die ervoor zorgt dat uw partner en uw kinderen goed verzorgd achterblijven als u zou komen te overlijden. In dit hoofdstuk wordt uitgebreid stil­gestaan bij deze regeling voor uw partner en kinderen.

Binnen de pensioenregeling van Thales bouwt u een partnerpensioen op. Dat houdt in dat na uw overlijden een uitkering vanuit het Pensioenfonds wordt uitbetaald aan uw eventuele partner. Wie hiervoor in aanmerking komt en hoeveel dit partnerpensioen bedraagt, wordt hieronder toegelicht.

Wie komen voor het partnerpensioen in aanmerking?
De partner met wie u gehuwd bent, heeft recht op een partnerpensioen. Bent u een wettelijk geregistreerd partnerschap aangegaan, dan wordt u gelijkgesteld aan iemand die gehuwd is. De gemeente houdt ons automatisch op de hoogte van uw huwelijkse gegevens, althans indien u in Nederland woont.

Wat als u ongehuwd samenwoont?
Ook kan uw partner met wie u ongehuwd samenwoont voor een partnerpensioen in aan­merking komen. Voorwaarden hiervoor zijn:

    • u en uw partner moeten op het moment van overlijden tenminste een half jaar op hetzelfde adres ingeschreven staan bij de burgerlijke stand; én
    • een notariële akte is verplicht (samenlevingsovereenkomst). In deze akte wijst u uw partner aan als begunstigde voor het partnerpensioen; én
    • op het moment dat het partnerpensioen moet worden uitgekeerd, geldt bovendien voor de ongehuwd samenwonende partner dat moet worden aangetoond dat sprake is van inschrijving in het bevolkingsregister op hetzelfde adres en dat de samenlevingsovereenkomst wordt overlegd.

Het voeren van een gezamenlijke huishouding tussen bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, zoals vader en zoon, grootouder en kleinkind, wordt voor de pensioenregeling niet beschouwd als ongehuwd samenwonen.

Let op!
Heeft u bij de notaris een samenlevingsovereenkomst laten opstellen, controleer dan of er een begunstigingsclausule voor het partnerpensioen is opgenomen. Is dat niet het geval, dan zult u opnieuw naar de notaris moeten gaan om dit te regelen. Heeft u nog geen samenlevingsovereenkomst? Dan kunt u desgewenst volstaan met een eenvoudige begunstigingsakte. Ook hiervoor is een gang naar de notaris noodzakelijk. Van de  opgemaakte samenlevingsovereenkomst ontvangt u van de notaris een notarieel afschrift met daarop zijn originele handtekening. Op het moment dat het partnerpensioen moet worden uitgekeerd, moet uw partner dit originele afschrift kunnen overleggen. Een kopie is niet voldoende! De akte moet zijn opgemaakt vóór de ingangsdatum van het pensioen.

Hoeveel bedraagt het partnerpensioen?
Binnen het partnerpensioen wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds overlijden als werknemer en anderzijds overlijden als ex-werknemer of als gepensioneerde.

Overlijden als werknemer
Uw partner krijgt een levenslang partnerpensioen. Deze uitkering gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat u overlijdt en eindigt als uw partner zelf komt te overlijden. Deze uitkering blijft ook doorlopen wanneer uw partner 68 jaar wordt, opnieuw in het huwelijk treedt of gaat samenwonen.

Als u als werknemer overlijdt wordt het opgebouwde ouderdomspensioen opgehoogd tot het niveau dat u zou hebben opgebouwd als u tot uw AOW datum zou hebben gewerkt. Uw partner ontvangt dan een uitkering van 70% van dat ouderdomspensioen.

Vanaf wanneer wordt het partnerpensioen uitgekeerd?
Het partnerpensioen gaat automatisch in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin u overlijdt en loopt door tot de laatste dag van de maand waarin uw partner zelf komt te overlijden. Het is dus een levenslange uitkering voor uw partner.

Toeslagverlening
Nadat het partnerpensioen is ingegaan, wordt het bruto bedrag jaarlijks verhoogd met een bepaalde toeslag indien de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Als uitgangspunt wordt hier de prijsontwikkeling genomen. Meer informatie over het toeslagenbeleid vindt u hier.

De hoogte van het partnerpensioen hangt af van het moment waarop u overlijdt en of u op dat moment nog deelneemt aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Thales. De hoogte van het partnerpensioen kunt u vinden op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO).  Het partnerpensioen bestaat uit drie delen:

  • Het deel dat u al heeft opgebouwd.
  • Het deel dat verzekerd is op risicobasis. Op risicobasis wil zeggen dat u verzekerd bent voor uw overlijden. Dat deel wordt alleen uitgekeerd aan uw partner als u overlijdt voor uw AOW-leeftijd en deelneemt aan de pensioenregeling. Dit deel vervalt zodra u uit dienst gaat en niet langer pensioen opbouwt bij het Thales Pensioenfonds.
  • Het deel dat u nog kunt opbouwen in de toekomst. Dit deel vervalt zodra u uit dienst gaat en niet langer pensioen opbouwt bij Pensioenfonds Thales.

Als uw relatie beëindigd wordt door scheiding en u komt te overlijden dan heeft uw ex-partner recht op het tot de datum van echtscheiding opgebouwde partnerpensioen. Het partnerpensioen wordt levenslang aan uw (ex)-partner uitgekeerd. Deze uitkering blijft ook doorlopen wanneer uw (ex)-partner 68 jaar wordt, opnieuw in het huwelijk treedt of gaat samenwonen.

Heeft u geen partner of hoeft voor uw partner niets of een lagere uitkering geregeld te worden, dan kunt u ervoor kiezen om uw partnerpensioen uit te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. U kunt deze keuze maken op het moment dat u met pensioen gaat of dat u uit dienst treedt bij Thales. Als u wel een partner heeft, moet uw partner dit verzoek ook ondertekenen. Het is niet mogelijk om het opgebouwde partnerpensioen dat aan uw ex-partner toekomt uit te ruilen. Hier leest u meer over scheiding.

Indien u gepensioneerd bent dan heeft u, voordat u (volledig of gedeeltelijk) met pensioen ging, zelf gekozen voor de hoogte van uw partnerpensioen. Dat is het pensioen dat uw partner ontvangt als u overlijdt na uw pensionering. Uw partner krijgt het partnerpensioen na uw overlijden, zolang hij of zij leeft.

Indien u op het moment van overlijden kinderen heeft, dan hebben uw kinderen mogelijk recht op wezenpensioen. U bouwt namelijk standaard een wezenpensioen op.

Wie komen voor het wezenpensioen in aanmerking?
Als kind worden aangemerkt uw eigen, geadopteerd, stief- of pleegkind. Uw kind of kinderen hebben na uw overlijden (elk) recht op een wezenpensioen tot 25 jaar.

Hoeveel bedraagt het wezenpensioen?
Binnen het wezenpensioen wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds overlijden als werknemer en anderzijds overlijden als ex-werknemer of als gepensioneerde.

Overlijden als werknemer
Het wezenpensioen bedraagt 14% van het bereikbare ouderdomspensioen. De hoogte van het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders van het kind zijn overleden.

Als u als werknemer overlijdt wordt het opgebouwde ouderdomspensioen opgehoogd tot het niveau dat u zou hebben opgebouwd als u tot de AOW-datum zou hebben gewerkt. Dit noemen we ook wel het bereikbare ouderdomspensioen. Uw kind ontvangt dan een uitkering van 14% van dat ouderdomspensioen.

Overlijden als ex-werknemer of als gepensioneerde
Het wezenpensioen bedraagt 14% van het bij het einde van het dienstverband opgebouwde ouderdomspensioen. Als u al met pensioen bent dan bedraagt het wezenpensioen 14% van het ingegane ouderdomspensioen. De hoogte van het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders van het kind zijn overleden.

Vanaf wanneer wordt het wezenpensioen uitgekeerd?
Het wezenpensioen gaat automatisch in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin u over­lijdt. De uitkering eindigt wanneer het kind niet meer aan de voorwaarden voldoet. Dat wil zeggen dat de uitkering eindigt op de laatste dag van de maand waarin het kind 25 jaar wordt.

Toeslagverlening
Nadat het wezenpensioen is ingegaan, wordt het bruto bedrag jaarlijks verhoogd met een bepaalde toeslag indien de financiële middelen van het Pensioenfonds het toelaten. Als uitgangspunt wordt hier de prijsontwikkeling genomen. Meer informatie over het toeslagenbeleid vindt u hier.

Het kan zijn dat uw partner niet in aanmerking komt voor de ANW-uitkering van de overheid. In dat geval wordt uw partner geconfronteerd met een ANW-hiaat. Tegen dit ANW-hiaat kunt u zich verzekeren.

Thales Nederland heeft voor haar medewerkers een collectieve ANW-hiaatverzekering afgesloten bij Zwitsterleven. U kunt deze verzekering afsluiten bij indiensttreding of als uw gezinssituatie verandert. Meer informatie hierover vindt u op de intranetsite van Thales Nederland of neem contact op met de afdeling Human Resources via Myplace of tel: 074-248 4545.

Meer of minder werken

Indien u meer of minder gaat werken heeft dit consequenties voor uw pensioenopbouw. Door contractueel meer te werken bouwt u meer pensioen op. Indien u minder werkt, bouwt u minder pensioen op.  U hoeft niets aan ons door te geven. Uw werkgever geeft dit aan ons door.

Wat meer of minder werken betekent voor uw pensioenopbouw ziet u terug in uw Uniform Pensioen Overzicht (UPO).

Salaris boven maximum

Sinds 2015 heeft de regering het salaris waarover pensioen mag worden opgebouwd gemaximeerd. Ieder jaar wordt dit bedrag geindexeerd. Is uw fulltime salaris per 1 januari 2021 hoger dan € 112.189,- bruto per jaar? Dan bouwt u hierboven geen pensioen op, u betaalt hier ook geen premie voor.

Via Thales Nederland heeft u wel de mogelijkehid een Nettopensioenregeling af te sluiten bij AEGON. Meer informatie vindt u op de intranetsite van Thales Nederland of neem contact op met de afdeling Human Resources via Myplace of tel: 074-248 4545.